Grenswaarden voor de isolatieweerstand van de wikkeling
De volgende tabel geeft de meetspanning en de grenswaarden voor de isolatieweerstand R
Deze waarden komen overeen met de aanbevelingen volgens IEC 60034-27-4.
Tabel 5-1
U
= nominale spanning, zie vermogensplaatje
N
U
Meet
R
= Minimale isolatieweerstand tot een wikkelingstemperatuur van 40 °C
iC
Omrekenen naar de referentietemperatuur overeenkomstig IEC 60034-27-4
Reken de metingen bij wikkelingstemperaturen van 40 tot 60 °C om naar de
referentietemperatuur van 40 °C.
R
=
iC
K
T
De waarden gelden voor de hele wikkeling tegen aarde. Bij het meten van afzonderlijke strengen
gelden de dubbele minimale waarden.
• Droge wikkelingen die zo goed als nieuw zijn, hebben isolatieweerstanden van
100 ... 2000 MΩ en kunnen eventueel ook hogere waarden hebben. Wanneer de waarde
voor de isolatieweerstand dicht bij de minimale waarde ligt, dan kan de oorzaak hiervoor
vocht en/of verontreiniging zijn. De afmetingen van de wikkeling, de nominale spanning en
andere kenmerken beïnvloeden de isolatieweerstand en moeten bij de bepaling van
maatregelen eventueel in de beoordeling worden betrokken.
• Tijdens de bedrijfstijd kan de isolatieweerstand van de wikkelingen door omgevings- of
bedrijfsinvloeden dalen.
– Bereken de kritische waarde van de isolatieweerstand, afhankelijk van de nominale
– Reken de waarde om naar de actuele wikkelingstemperatuur op het meettijdstip, zie
1FZ ashoogte 280
Bedieningshandleiding, 02/2022, A5E51698715A
Isolatieweerstand van de wikkeling tot 40 °C
U
/ V
N
U ≤ 1000
1000 ≤ U ≤ 2500
2500 < U ≤ 5000
5000 < U ≤ 12000
U > 12000
= DC-meetspanning
R
= R
omgerekend naar de referentietemperatuur van 40 °C
R
K
x
iC
i
iT
T
R
= R
bij een gegeven wikkelingstemperatuur T in °C
iT
i
K
= Temperatuur-correctiefactor
T
X = 1 in het bereik 10 ... 40 °C
40 - T
= 0,5
X
X = 17 in het bereik 40 ... 60 °C
40 = Referentietemperatuur in °C
T = Meet- / wikkelingstemperatuur in °C
spanning, door de nominale spanning (kV) met de specifieke kritische weerstandswaarde
te vermenigvuldigen.
bovenstaande tabel.
5.3 Montage voorbereiden
U
/ V
Meting
500
500, max. 1000
1000, max. 2500
2500, max. 5000
5000, max. 10000
Montage
aan.
i
R
/ MΩ
iC
≥ 5
100
51