36
Sleutels, portieren en ruiten
■ Handzender of elektronische sleu‐
tel: rechtstreeks door e twee keer
binnen 5 seconden in te drukken.
■ Elektronisch sleutelsysteem met in‐
geschakelde passieve vergrende‐
ling: werkt kort na passieve ver‐
grendeling.
Let op
Wijzigingen in het interieur, zoals het
aanbrengen van stoelhoezen en het
openen van de ruiten of het zonne‐
dak, zijn mogelijk van invloed op de
interieurbewaking.
Inschakelen zonder interieur- en
hellingshoekbewaking
Schakel de bewaking van het interi‐
eur en de hellingshoek van de auto uit
als u dieren in de auto achterlaat, om
te voorkomen dat hoge ultrasone to‐
nen of bewegingen het alarm active‐
ren. Schakel ze ook uit wanneer de
auto op een veerboot of een trein
staat.
1. Sluit de achterklep, de motorkap,
de ruiten en het zonnedak.
2. Druk op o. De LED in toets
o brandt maximaal 10 minuten.
3. Sluit de portieren.
4. Diefstalalarmsysteem inschake‐
len.
Het statusbericht verschijnt in het Dri‐
ver Information Center.
Status-LED
De status-LED is geïntegreerd in de
sensor boven op het instrumentenpa‐
neel.