Brandstofkeuzeschakelaar
Druk op LPG om te schakelen tussen
rijden op benzine en rijden op LPG
zodra de vereiste parameters (koel‐
vloeistoftemperatuur, gastempera‐
tuur en minimaal motortoerental) zijn
bereikt. Er wordt gewoonlijk aan de
vereisten voldaan na ongeveer
60 seconden (afhankelijk van de bui‐
tentemperatuur) en de eerste keer
dat stevig op het gaspedaal wordt ge‐
drukt. De LED-status toont de huidige
werkingsmodus.
1 uit
= rijden op benzine
1 brandt
= rijden op vloeibaar gas
1 knippert = omschakelen is niet
mogelijk, een van de
brandstofsoorten is op
Zodra de LPG-tank leeg is, wordt tot
aan het uitschakelen van het contact
automatisch op benzine overgescha‐
keld.
De benzinetank om de zes maanden
leegrijden totdat controlelamp i of
Y oplicht en daarna bijtanken. Dit
helpt de brandstofkwaliteit en sys‐
teemwerking voor rijden op benzine
in stand houden.
De auto regelmatig voltanken om cor‐
rosie in de tank tegen te gaan.
Verhelpen van storingen
Als de gasmodus niet mogelijk is,
controleer dan het volgende:
■ Is er voldoende vloeibaar gas aan‐
wezig?
■ Is er voldoende benzine aanwezig
om te starten?
Rijden en bediening
Vanwege extreme temperaturen in
combinatie met de samenstelling van
het gas kan het iets langer duren
voordat het systeem van de benzine-
naar de gasmodus omschakelt.
In extreme situaties kan het systeem
ook terugschakelen naar de benzine‐
modus als niet aan de minimale eisen
wordt voldaan.
Bij alle andere storingen de hulp van
een werkplaats inroepen.
Voorzichtig
Reparaties en bijstellingen mogen
alleen door getrainde specialisten
worden uitgevoerd om de veilig‐
heid en garantie op het LPG-sys‐
teem te handhaven.
Aan vloeibaar gas is een speciale
geur gegeven zodat alle lekken ge‐
makkelijk ontdekt kunnen worden.
221