of het rempedaal (automatische ver‐
snellingsbak) in en druk op
Engine Start/Stop.
Motor uitschakelen door weer op
Engine Start/Stop te drukken. Haal de
elektronische sleutel uit het zender‐
vak.
Deze mogelijkheid is alleen bestemd
voor noodgevallen. Vervang de bat‐
terij van de elektronische sleutel zo
spoedig mogelijk 3 23.
Zie voor ontgrendelen of vergrende‐
len van de portieren Storing in hand‐
zendermodule of elektronisch sleutel‐
systeem 3 24.
Vertraagde uitschakeling
stroom
De volgende elektronische systemen
kunnen werken tot het bestuurders‐
portier is geopend of gedurende
10 minuten nadat het contact werd
uitgeschakeld:
■ elektrisch bediende ruiten
■ zonnedak
■ stekkerdozen
Motor starten
Auto's met contactschakelaar
Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Trap het gaspedaal niet in.
Dieselmotor: draai de sleutel naar
stand 2 om voor te gloeien totdat de
controlelamp ! dooft.
Draai de sleutel even in stand 3 en
laat deze weer los: een automatische
regeling bedient de startmotor met
Rijden en bediening
een kort interval totdat de motor
draait, zie Automatische startmotor‐
regeling.
Tijdens een Autostop kan de motor
gestart worden door het koppelings‐
pedaal in te trappen 3 163.
Auto's met Aan/Uit-knop
Handgeschakelde versnellingsbak:
koppelings- en rempedaal intrappen.
Automatische versnellingsbak: trap
het rempedaal in en zet de keuzehen‐
del op P of N.
Trap het gaspedaal niet in.
161