Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opel INSIGNIA 2015 Gebruikershandleiding pagina 166

Inhoudsopgave

Advertenties

164
Rijden en bediening
Voorzichtig
Tijdens een Autostop kan de
stuurbekrachtiging verminderd
werken.
Voorwaarden voor een Autostop
Het stop-startsysteem controleert of
aan elk van de volgende voorwaar‐
den is voldaan.
■ Het stop-startsysteem is niet ma‐
nueel uitgeschakeld.
■ De motorkap is volledig gesloten.
■ Het bestuurdersportier is gesloten
of de veiligheidsgordel van de be‐
stuurder is vastgemaakt.
■ De accu is voldoende opgeladen
en in goede staat.
■ De motor is warmgelopen.
■ De koelvloeistoftemperatuur is niet
te hoog.
■ De temperatuur van de uitlaatgas‐
sen is niet te hoog, bijv. na het rij‐
den met hoge motorbelasting.
■ De omgevingstemperatuur is hoger
dan -5 °C.
■ Het klimaatregelsystemen staat
een Autostop toe.
■ Het remvacuüm is voldoende.
■ De zelfreinigende functie van het
roetfilter is niet actief.
■ Sinds de laatste Autostop reed de
auto minstens stapvoets.
Anders is een Autostop niet mogelijk.
Bepaalde instellingen van het airco‐
systeem kunnen een Autostop ver‐
hinderen. Raadpleeg het hoofdstuk
Klimaatregeling voor meer details
3 143.
Onmiddellijk na het rijden op de snel‐
weg kan mogelijk geen Autostop ge‐
beuren.
Nieuwe auto inrijden 3 159.
Ontlaadbeveiliging accu
Om het betrouwbaar herstarten van
de motor te garanderen, zijn er ver‐
schillende ontlaadbeveiligingen van
de accu ingevoerd als onderdeel van
het stop-startsysteem.
Stroombesparingsmaatregelen
Tijdens een Autostop worden meer‐
dere elektrische functies, zoals de ex‐
tra elektrische verwarmer of de ach‐
terruitverwarming, uitgeschakeld of in
een stroombesparingsmodus gezet.
De ventilatorsnelheid van het airco‐
systeem wordt verminderd om stroom
te besparen.
Herstarten van de motor door de
bestuurder
Trap het koppelingspedaal in om de
motor te herstarten.
Het starten van de motor wordt aan‐
geduid door de naald van de statio‐
naire toerentalstand in de toerentel‐
ler.
Als de keuzehendel uit neutraal is ge‐
zet voordat u de koppeling heeft in‐
getrapt, gaat lampje - branden of
wordt het als symbool weergegeven
in het Driver Information Center.
Controlelamp - 3 108.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave