Als geen koeling of droging gewenst
is, moet u omwille van het brandstof‐
verbruik de koeling uitschakelen. Ge‐
activeerde koeling kan Autostops ver‐
hinderen.
Stop-startsysteem 3 163.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien V
■ V indrukken: aanjager schakelt
automatisch over op hogere snel‐
heid, de luchtstroom wordt op de
voorruit gericht.
■ Draaiknop voor temperatuur
TEMP op hoogste stand zetten.
■ Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
■ Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten rich‐
ten.
Let op
Als V wordt ingedrukt terwijl de mo‐
tor loopt, wordt een Autostop verhin‐
derd totdat er opnieuw op V wordt
gedrukt.
Als V wordt ingedrukt terwijl de mo‐
tor in een Autostop is, zal de motor
automatisch herstarten.
Stop-startsysteem 3 163.
Maximale koeling
Ruiten kortstondig openen zodat de
warme lucht snel kan ontsnappen.
■ Schakel de koeling A/C in.
■ Druk op M voor luchtverdeling.
■ Draaiknop voor temperatuur
TEMP op laagste stand zetten.
■ Luchtdebietknop Z op hoogste
stand zetten.
■ Alle luchtroosters openen.
Klimaatregeling
Luchtrecirculatiesysteem 4
Luchtrecirculatiemodus met 4 in‐
schakelen. De activering wordt aan‐
geduid door de LED in de toets.
Selecteer luchtrecirculatie als hulp bij
het koelen van het interieur of het we‐
ren van geuren van buiten of uitlaat‐
gassen. Bij het selecteren van recir‐
culatie wordt de lucht in het interieur
ter verfrissing elke 10 minuten deels
geventileerd.
Recirculatiemodus uitschakelen door
weer op 4 te drukken.
Wanneer de omgevingslucht warm
en zeer vochtig is, kan de voorruit aan
de buitenkant aandampen wanneer
er koud lucht naartoe stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt,
moet u de ruitenwisser aanzetten en
l uitzetten.
Luchtverdeling op l: luchtrecircula‐
tie wordt uitgeschakeld.
145