De geselecteerde afstand tot voorlig‐
ger wordt aangegeven via de af‐
standsbalken in de adaptieve cruise
control-pagina.
Let op: de instelling voor afstand tot
voorligger wordt gedeeld met de ge‐
voeligheid van het alarm van de fron‐
taanrijdingswaarschuwing 3 195.
Voorbeeld: Als stand 3 (ver) is gese‐
lecteerd, wordt de bestuurder sneller
gewaarschuwd vóór een mogelijke
aanrijding, ook als de adaptieve
cruise control niet geactiveerd of in‐
geschakeld is.
9 Waarschuwing
De bestuurder aanvaardt de volle
verantwoordelijkheid voor het be‐
waren van een veilige onderlinge
afstand bij de betreffende ver‐
keers-, weers- en zichtomstandig‐
heden. Indien de situatie zulks
vereist, moet de afstand tot voor‐
ligger worden aangepast of het
systeem worden uitgeschakeld.
Detectie van voorligger
Het controlelampje voorligger gede‐
tecteerd A verschijnt wanneer het
systeem een voorligger heeft gede‐
tecteerd.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 195.
Rijden en bediening
Als dit symbool niet verschijnt of
slechts korte tijd oplicht, zal de adap‐
tieve cruise control niet reageren op
voorliggers.
Deactivering
De bestuurder deactiveert de adap‐
tieve cruise control door:
■ y wordt ingedrukt.
■ het rempedaal wordt ingetrapt.
■ het koppelingspedaal langer dan
vier seconden wordt ingetrapt.
■ de keuzehendel van de automati‐
sche versnellingsbak naar N wordt
gebracht.
Het systeem wordt ook automatisch
gedeactiveerd als:
■ de rijsnelheid boven 190 km/u of
onder 15 km/u komt (bij auto's met
automatische versnellingsbak
wordt afgeremd tot stilstand, zon‐
der binnen twee minuten te deacti‐
veren).
■ het Traction Control-systeem
werkt.
■ de elektronische stabiliteitsregeling
werkt.
191