192
Rijden en bediening
■ er gedurende een aantal minuten
geen ander verkeer of object langs
de weg wordt aangetroffen. in dit
geval zijn er geen radarecho's en
kan de sensor melden dat deze ver‐
vuild is.
■ het preventief remsysteem in wer‐
king treedt.
■ de radarsensor vervuild is door een
laagje ijs of water.
■ er een storing wordt geconstateerd
in de radar, motor of het remsys‐
teem.
Daarnaast wordt het systeem auto‐
matisch gedeactiveerd bij auto's met
een automatische versnellingsbak
(adaptieve cruise control met volledig
snelheidsbereik) wanneer:
■ de elektrische handrem wordt aan‐
getrokken.
■ het systeem de auto langer dan
twee minuten stopt.
■ de auto stopt, de veiligheidsgordel
van de bestuurder is losgemaakt en
het bestuurdersportier is geopend.
Als de adaptieve cruise control auto‐
matisch wordt gedeactiveerd, brandt
de controlelamp m of C wit en ver‐
schijnt er een waarschuwingsbericht
op het Driver Information Center.
De opslagen snelheid wordt aange‐
houden.
9 Waarschuwing
Na het deactiveren van de adap‐
tieve cruise control moet de be‐
stuurder de controle over het rem‐
men en gas geven overnemen.
Uitschakelen
Druk op C om de adaptieve cruise
control uit te schakelen. De controle‐
lamp m of C dooft. De opslagen snel‐
heid wordt gewist.
Door het uitschakelen van het con‐
tact, wordt ook de adaptieve cruise
control uitgeschakeld en wordt de op‐
geslagen snelheid gewist.
Aandacht van de bestuurder
■ Let op met de adaptieve cruise con‐
trol in bochten of op heuvelachtige
wegen, het systeem kan contact
met de voorligger verliezen en
heeft de tijd nodig om deze op‐
nieuw te detecteren.
■ Gebruik het systeem niet op gladde
wegen omdat het snelle verande‐
ringen in de tractie (doorslaan) van
de banden kan veroorzaken, waar‐
door u de macht over het stuur zou
kunnen verliezen.
■ Gebruik de adaptieve cruise control
niet bij regen, sneeuw of modder,
omdat de radarsensor door water‐
film, stof, ijs of sneeuw bedekt kan
worden. Het zicht wordt dan geheel
of gedeeltelijk onderdrukt. Bij een
vervuilde sensor, de sensorafdek‐
king reinigen.
Systeembeperkingen
■ Het automatische remsysteem kan
niet krachtig remmen en de rem‐
kracht kan onvoldoende zijn om
een een aanrijding te voorkomen.