92
Instrumenten en bedieningsorganen
Overzicht
Richtingaanwijzer
O
3 96
Gordelverklikker 3 96
X
Airbags en gordelspan‐
v
ners 3 96
Airbag deactiveren
V
3 97
Laadsysteem 3 97
p
Storingsindicatielamp
Z
3 97
Laat auto spoedig
H
nakijken 3 94
STOPPEN Schakel motor uit
3 98
Systeemcontrole 3 98
J
Rem- en koppelingssys‐
R
teem 3 98
Elektrische handrem
o
3 98
Antiblokkeersysteem
u
(ABS) 3 99
Schakelen 3 99
R
Lane Departure
)
Warning 3 99
Lane Keep Assist
L
3 99
Elektronische stabili‐
b
teitsregeling en Traction
Control-systeem 3 99
Voorverwarmen 3 100
!
Roetfilter 3 100
%
AdBlue 3 100
Y
Spanningsverliesde‐
w
tectie 3 100
Motoroliedruk 3 100
I
Te laag brandstofpeil
Y o
3 101
Koelvloeistoftempera‐
W o
tuur te hoog 3 100
Autostop 3 101
D
Buitenverlichting 3 101
8
Dimlicht 3 116
9
Groot licht 3 101
C
Grootlichtassistent
f
3 101
Mistlamp 3 102
>
Mistachterlicht 3 102
ø
Regensensor 3 102
<
Blindehoeksysteem
B
3 190
Cruisecontrol 3 102
m
Snelheidsbegrenzer
ß
3 102
Frontaanrijdingswaar‐
Ø
schuwing 3 177,
Actieve noodrem 3 178,
Voetgangersbescher‐
ming vóór 3 181
Portier open 3 102
h