Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

198
Rijden en bediening
Uitschakelen
U deactiveert het systeem door op ½
te drukken. Als het systeem is
gedeactiveerd, brandt de LED in de
toets ½.
Bij snelheden lager dan 60 km/u
werkt het systeem niet.
Storing
Bij een storing verschijnt H op het
instrumentenpaneel in combinatie
met een displaybericht. Neem contact
op met een dealer of een erkende
werkplaats voor een controle van het
systeem.
Systeembeperkingen
Het systeem werkt mogelijk niet goed
wanneer:
● De rijsnelheid is lager dan
60 km/u.
● Voorruit is niet schoon of is
bedekt met vreemde voorwer‐
pen, bijv. stickers.
● Rijden op bochtige of heuvelach‐
tige wegen.
● U 's nachts rijdt.
● Omgevingsomstandigheden zijn
ongunstig, zoals harde regen,
sneeuw, direct zonlicht of scha‐
duwen.
● De sensor in de voorruit is bedekt
met sneeuw, ijs, slijk, modder,
vuil, schade aan de voorruit of
werkt slechter door vreemde
voorwerpen, bijv. stickers.
● De zon valt rechtstreeks in de
cameralens.
● Voorliggers vlakbij.
● Rijden op verhoogde wegen.
● Rijden aan de rand van de weg.
● Rijden op wegen met vage rijst‐
rookmarkeringen.
● Plotselinge veranderingen in de
lichtsterkte.
Het systeem kan niet werken als geen
rijbaanmarkering wordt gedetec‐
teerd.

Lane keep assist

Lane Keep Assist helpt bij het voor‐
komen van botsingen wanneer de
rijstrook per ongeluk werd verlaten.
De frontcamera observeert de
wegmarkeringen waar de auto tussen
rijdt. Wanneer de auto de markerin‐
gen nadert, wordt het stuurwiel licht
verdraaid om de auto binnen de
rijstrook te houden. Draai het stuur‐
wiel in dezelfde richting mee als het
systeem onvoldoende stuurt. Draai
het stuurwiel rustig in de tegenover‐
gestelde richting als u van rijstrook
wilt wisselen.
Als een wegmarkering wordt over‐
schreden, geeft Lane Keep Assist
een zicht- en hoorbare waarschu‐
wing.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave