128
Klimaatregeling
Ontwasemen en ontdooien
● Druk op à: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur
£ in hoogste stand zetten.
● Aanjagersnelheid Z op hoogste
stand zetten.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten rich‐
ten.
Airconditioning
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur £
● luchtverdeling l, M en K
● luchtopbrengst Z
● ontwasemen en ontdooien à
● airconditioning A/C
● luchtrecirculatie 4
● achterruit- en buitenspiegelver‐
warming b
● voorruitverwarming ,
● stoelverwarming ß
Verwarmbare achterruit b 3 42.
Verwarmbare buitenspiegels b 3 39.
Voorruitverwarming , 3 43.
Verwarmde stoelen ß 3 53.
Sommige wijzigingen van instellingen
worden kort aangegeven op het Info-
Display. Geactiveerde functies
worden aangegeven door de LED in
de desbetreffende toets.
Temperatuur
Temperatuur aanpassen door £ op
de gewenste temperatuur te draaien.
rode zone
: warmer
blauwe zone : kouder