132
Klimaatregeling
Menu Klimaatinstellingen
(MENU-knop)
Instellingen voor
● luchtverdeling l, M, K
● luchtopbrengst Z
● temperatuur voor bestuurders-
en passagierszijde 19°/21°
● temperatuursynchronisatie met
twee zones MONO
● airconditioning ON/OFF
● automatische modus AUTO
kan handmatig worden geactiveerd in
het menu Klimaatinstelling. Druk op
MENU om naar het menu te gaan en
volg de tiptoetsen.
Het menu Klimaatinstelling is ook
weer te geven
● door Klimaat te selecteren op het
7" Colour-Info-Display of
● door Í in te drukken en vervol‐
gens Klimaat te kiezen in het
menu op het 8" Colour-Info-
Display.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal
comfort:
● Druk op AUTO, de luchtverdeling
en ventilatorsnelheid worden
automatisch geregeld.
● Open alle luchtroosters voor opti‐
male luchtverdeling in de auto‐
matische modus.
● De airconditioning moet zijn
geactiveerd voor optimale
koeling en ontwaseming. Druk op
A/C om de airconditioning in te
schakelen. Het ledje in de toets
geeft aan dat het systeem geac‐
tiveerd is.
● Stel de voorkeurtemperaturen
voor de bestuurders- en passa‐
gierskant voorin in met de linker
en rechter draaiknop. De aanbe‐
volen temperatuur is 22 °C.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van de klimaat‐
regeling aanpassen door de volgende
functies te activeren: