Dagrijlicht
Het dagrijlicht maakt de auto overdag
beter zichtbaar.
Het wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de motor draait.
Het systeem schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en dimlicht, afhan‐
kelijk van het lichtomstandigheden.
LED-koplampen
9 Waarschuwing
Kijk niet rechtstreeks in de LED-
verlichting om oogletsel te voorko‐
men.
Het LED-koplampensysteem omvat
twee koplampen met verschillende
LED's, waarmee de functies van het
adaptieve rijlicht kunnen worden
aangestuurd.
De lichtverdeling en -intensiteit
worden getriggerd op basis van de
lichtomstandigheden, het wegdek en
de rijsituatie. De auto past de koplam‐
pen automatisch aan de situatie aan
voor een optimale lichtverdeling voor
de bestuurder.
Sommige functies van het adaptieve
rijlicht van de LED-koplampen
kunnen vanuit het menu Persoonlijke
instellingen worden gedeactiveerd en
geactiveerd. Selecteer de betref‐
fende instelling in Instellingen, I
Voertuig op het Info-Display.
Persoonlijke instellingen 3 108.
De verlichtingsfuncties zijn alleen
beschikbaar als de lichtschakelaar in
de stand AUTO staat.
Verlichting landelijke gebieden
Dit wordt automatisch geactiveerd bij
een snelheid tussen 55 km/u en
115 km/u wanneer er in een landelijk
gebied wordt gereden. De verlichting
Verlichting
van de weg en de berm wordt verbe‐
terd. Tegemoetkomend verkeer en
voorliggers worden niet verblind.
Snelwegverlichting
Gaat automatisch werken bij een
snelheid boven 115 km/u. De verlich‐
ting wordt aangepast aan de hogere
snelheid op snelwegen. Als er geen
tegenliggers zijn, wordt het zicht aan
de kant van de eigen auto vergroot.
Het zicht neemt toe van 70 m tot
140 m, waardoor er objecten op
afstand over de volle breedte van de
weg worden herkend.
Stadslicht
119