BInnenVerlIchtIng
1
a
Binnenlicht A
Met de schakelaar 1, kunt u kiezen voor:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als de
auto wordt ontgrendeld of een van de
portieren wordt geopend. Deze dooft als
de betreffende portieren goed gesloten
zijn en na enige tijd;
– het onmiddellijk uitgaan.
(1/3)
B
Binnenlicht B
Druk op de 2-schakelaar voor de bestuurder
en op 3 voor de voorpassagier voor inscha-
kelen:
– een constant brandende verlichting;
– een verlichting die gaat branden als de
auto wordt ontgrendeld of een van de
portieren wordt geopend. Deze dooft als
de betreffende portieren goed gesloten
zijn en na enige tijd;
– het onmiddellijk uitgaan.
2
3
3.21