ruItBeDIenIng
(1/2)
Deze systemen werken met contact aan of
contact uit tot het openen van een voorpor-
tier (begrensd tot ongeveer 3 minuten).
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Laat uw voertuig nooit achter
met de card of sleutel erin en
laat nooit een kind, een afhankelijke vol-
wassene of een dier in de auto achter,
zelfs niet voor eventjes.
Het kan zichzelf of anderen in gevaar
brengen door de motor te starten, door
organen te bedienen zoals bijvoorbeeld
de ruitbediening, of de portieren te ver-
grendelen.
In geval van beknelling van een li-
chaamsdeel draait u direct de bewe-
gingsrichting van de ruit om door te druk-
ken op de betreffende schakelaar.
gevaar van ernstige verwondingen.
3.18
1
5
2
3
4
elektrische ruitbediening met
sneltoets
Druk kort op of trek kort aan de schakelaar
van de ruit tot deze niet verder kan: het raam
gaat dan helemaal open of dicht. Een actie
op de schakelaar stopt de werking van de
ruit.
let op: de achterruiten kunnen niet hele-
maal omlaag.
Gebruik vanaf de bestuurdersplaats scha-
kelaar:
1 voor de bestuurderskant;
2 voor de passagierskant voor;
3 en 5 voor de passagiers achter.
Druk vanaf de passagiersplaatsen op de
schakelaar 6.
6
Leg nooit iets op de bovenkant van een
ruit: risico van beschadiging van de ruit-
bediening.
Veiligheid inzittenden
De bestuurder kan de wer-
king van de ruitbediening van
de passagiers voor en achter
uitschakelen voor alle inzittenden, met
inbegrip van hemzelf, door op de scha-
kelaar 4 te drukken. Op het instrumen-
tenpaneel wordt een bevestigingsboods-
chap weergegeven.