stOp anD gO snelheIDsregelaar
g
Beperkingen van de werking van
het systeem
autodetectie
Het systeem detecteert alleen voertuigen
(auto's, trucks, motoren) die in dezelfde rich-
ting rijden als uw auto.
Een auto die invoegt in uw rijstrook (bijv. G)
wordt pas door het systeem herkend als
deze in de detectiezones van de camera en
radar komt.
het systeem kan de auto abrupt of gelei-
delijk laten afremmen.
(9/13)
h
Wat niet door het systeem wordt gedetec-
teerd:
– auto's die een rotonde of een kruispunt
oprijden (bijv. H);
– auto's die aan de verkeerde kant van
de weg rijden of die achteruit naar u toe
rijden.
De Stop and Go snelheidsregelaar mag
alleen worden gebruikt op een autosnel-
weg of autoweg met meerdere rijstroken
en gescheiden rijrichtingen.
j
Detectie in een bocht
Als u een bocht inrijdt, kan de radar en/of
camera wellicht tijdelijk niet in staat zijn om
een voorligger te detecteren (bijv. J).
het systeem kan de auto laten versnel-
len.
Als u een bocht uitrijdt, kan de detectie van
voorliggers verstoord of vertraagd worden.
het systeem kan de auto abrupt of gelei-
delijk laten afremmen.
2.101