VerlIchtIng en sIgnalen
2
1
functie "uitschakelvertraging"
Met deze functie kunt u de markeringslich-
ten en dimlichten korte tijd inschakelen (bijv.
voor het bijlichten bij het openen van een
hek).
(5/6)
als de motor en de lichten uitgescha-
keld zijn, de 2 ring in stand autO staat
(of, afhankelijk van de auto, in stand 0) trekt
u de schakelaar 1 naar u toe: de marke-
ringslichten en dimlichten gaan ongeveer
30 seconden aan samen met de waarschu-
š
k
wingslampjes
en
strumentenpaneel.
Om deze tijd te verlengen, kunt u de schake-
laar tot vier keer naar u toe trekken (de maxi-
male tijd is ongeveer twee minuten).
Het bericht "verlichting op _ _ _" gevolgd
door de resterende tijd worden ter bevesti-
ging op het instrumentenpaneel weergege-
ven. Daarna kunt u uw auto vergrendelen.
Om de lichten uit te schakelen voordat dit
automatisch gebeurt, draait u de ring 2 in
een willekeurige stand en brengt deze ver-
volgens terug naar stand autO (of, afhan-
kelijk van de auto, naar stand 0).
op het in-
1.101