menu VOOr het persOnalIseren Van De autO-InstellIngen
1
Deze functie zorgt, afhankelijk van de uitrus-
ting van de auto, voor het in-/uitschakelen
en de afstelling van sommige functies van
de auto.
auto's met een
multimediascherm 1
toegang tot het menu met instellingen
Zie de gebruiksaanwijzing van het multime-
diasysteem voor informatie over de diverse
instellingen.
1.88
selectie van de instellingen
Selecteer een menu en vervolgens de func-
tie die moet worden gewijzigd (de weergave
hangt af van de uitrusting en het land van
de auto):
a) "Rijden":
– indicator volume;
b) "Toegang":
– Bestuurdersportier ontgrendelen;
– Portieren vergrendelen tijdens het
rijden;
– Openen/sluiten van de handsfree-mo-
dus;
– Afstandsbediening vergrendelen/ont-
grendelen bij naderen;
– Geluid vergrendeling op afstand;
– Modus stil;
– Automatische vergrendeling;
c) "Verl. / wissers":
– Uitschakelvertraging;
– Wissen in zijn achteruit;
– Automatisch wissen voorruit;
– Wissen na ruitensproeien;
(1/3)
d) "Welkom":
– Welkom buitenkant;
– Automatische uitklappen van de spie-
gels;
– Welkom interieur;
– Automatische modus binnenlicht.
Afhankelijk van de functie, selecteer:
– "ON" of "OFF" om het volgende in of uit te
schakelen,
of
– een periode om de tijd dat de lichten
aan zijn aan te passen (d.w.z. de functie
"Uitschakelvertraging").
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
multimediasysteem voor meer informatie.
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.