thermOstatIsche aIrcOnDItIOnIng
1
Inschakelen van de
luchtkringloop (isolatie van het
interieur)
Deze functie wordt automatisch geregeld,
maar u kunt ze handmatig inschakelen. In
dat geval wordt de inschakeling bevestigd
door het controlelampje in de toets 7.
Het ontwasemen/ontdooien heeft altijd
voorrang boven de luchtkringloop.
(4/4)
4
7
handbediening
Druk op de knop 7: het ingebouwde contro-
lelampje gaat branden.
Bij langdurig gebruik van deze stand kunnen
de ruiten aan de binnenkant beslaan of weer
aanvriezen. Ook zal het in de auto, door
gebrek aan frisse lucht, kunnen gaan stin-
ken.
Het wordt daarom aangeraden om terug te
gaan naar de automatische werkingsstand
door op de toets 7 te drukken zodra de lucht-
kringloop niet langer nodig is.
uitschakelen van het systeem
Draai de knop 1 naar "Off" om het systeem
te stoppen. U schakelt het systeem weer in
door de knop 1 te draaien en de ventilatie-
snelheid in te stellen of door op de toets 4
te drukken.
Door het gebruik van de airconditioning
neemt het brandstofverbruik toe (gebruik
de airconditioning daarom niet als het
niet nodig is).
3.13