parkeerhulp
(5/5)
7
10
auto's zonder een multimediascherm
– Zet de auto stil en druk zo vaak als nodig
op de schakelaar 7 totdat u het tabblad
"Voertuig" bereikt;
– druk herhaaldelijk op 8 of 9 om het menu
"Instellingen" weer te geven. Druk op de
schakelaar 10 OK;
– druk herhaaldelijk op 8 of 9 om het menu
"PARKEER ASSIST." weer te geven.
Druk op de schakelaar 10 OK;
2.110
– selecteer "VOLUME TOON" om het
volume van de parkeerhulp aan te
passen met behulp van de knoppen 8
of 9.
parkeerhulp handmatig
uitschakelen
Als een trekhaak of een aanhanger- of laad-
systeem vóór de ultrasoon detectoren zit,
moet u het systeem uitschakelen.
8
automatisch uitschakelen van
de parkeerhulp
9
Het systeem schakelt uit:
– als de auto sneller rijdt dan ongeveer
10 km/u;
– naargelang van de auto, als de auto
langer dan ongeveer vijf secondes stil-
staat en er een obstakel is gedetecteerd
(bijvoorbeeld in een file, enz.);
– in de neutrale stand van een auto met
handgeschakelde versnellingsbak, of in
stand n of p van een automatische trans-
missie.
storingen
Als het systeem een storing in de werking
detecteert, klinkt telkens wanneer de achter-
uitversnelling wordt ingeschakeld gedurende
ongeveer drie seconden een geluidssignaal
en verschijnt het bericht "Parkeerhulp con-
troleren" op het instrumentenpaneel. Ga
naar een merkdealer.
Bij het manoeuvreren kan de
auto aan de onderkant ergens
tegenaan rijden (bijvoorbeeld
contact met een paaltje, een
trottoir of ander stadsmeubilair) en daar-
door beschadigd raken (bijvoorbeeld
vervorming van een as).
Om ieder risico van een ongeluk te voor-
komen, moet u uw auto door een merk-
dealer laten controleren.