94
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 103
aanzetten ............................... 103
Service .................................... 103
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur :
● luchtverdeling w, > en y
● luchtopbrengst E
● ontwasemen en ontdooien $
● achterruit- en buitenspiegelver-
warming f
Achterruitverwarming f 3 22.
Verwarmbare buitenspiegels f 3 19.
Temperatuur
Temperatuur aanpassen door :
op de gewenste temperatuur te
draaien.
rode zone
: warmer
blauwe zone : kouder
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
w : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
> : naar hoofdhoogte via de verstel-
bare luchtroosters
y : naar de voetenruimte en voor-
ruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Pas de luchtopbrengst aan door Z op
de gewenste snelheid te draaien.
rechtsom : versnellen
linksom
: vertragen