Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Verkeersbordherkenning; Lane Keep Assist - Opel Corsa 2020 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Corsa 2020:
Inhoudsopgave

Advertenties

172
Rijden en bediening
Het panoramazichtsysteem werkt
mogelijkerwijs niet goed wanneer:
● de omgeving donker is
● de zon of de straal van koplam‐
pen rechtstreeks op de lenzen
van de camera valt
● bij een beperkt zicht door weers‐
omstandigheden, zoals bij mist,
regen of sneeuw
● cameralenzen zijn bedekt met
sneeuw, ijs, sneeuwbrij, modder,
vuil. Reinig de lens, spoel deze
met water en veeg deze met een
zachte doek af
● de auto een elektrisch aangeslo‐
ten aanhangwagen, fietsendra‐
ger enz. trekt
● de auto een aanrijding aan de
achterzijde heeft gehad
● extreme temperatuurwisselingen

Verkeersbordherkenning

De verkeersbordherkenning is een
uitbreiding van de maximumsnel‐
heidsherkenning voor de snelheids‐
begrenzer, de cruise control en de
adaptieve cruise control.
Het systeem herkent de verkeersbor‐
den boven en toont deze op het Driver
Information Center.
9 Waarschuwing
Het werkelijke verkeersbord heeft
altijd prioriteit boven het verkeers‐
bord dat op het Driver Information
Center verschijnt.
Als u een straat met een inrijverbod
inrijdt, verschijnen het inrijverbods‐
bord en een waarschuwingsbericht
op het Driver Information Center. Als
het systeem een van de andere
verkeersborden waarneemt,
verschijnt het betreffende verkeers‐
bord op het Driver Information
Center.
Snelheidsbegrenzer 3 134.
Cruise control 3 131.
Adaptieve cruise control 3 136.

Lane keep assist

Lane keep assist ondersteunt de
bestuurder bij het voorkomen dat de
rijstrook onbedoeld wordt verlaten.
De frontcamera observeert bermen,
evenals de rijstrookmarkeringen
waartussen de auto rijdt. Als de auto
een berm of een rijstrookmarkering
nadert, wordt het stuurwiel licht
verdraaid zodat de auto weer binnen
de rijstrook komt. De bestuurder voelt
dan dat het stuurwiel draait. Draai het
stuurwiel in dezelfde richting als het
systeem niet voldoende stuurt. Draai
het stuurwiel rustig in de tegenover‐
gestelde richting als u van rijstrook
wilt wisselen.
Wanneer het systeem stuurt om de
rijrichting van de auto te corrigeren,
knippert L geel op de instrumen‐
tengroep.
Het systeem detecteert geen onbe‐
doeld verlaten van de rijstrook
wanneer de richtingaanwijzers
worden bediend en gedurende
enkele seconden na het uitschakelen
van de richtingaanwijzers.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave