Schroef het sleepoog naar binnen en
draai het tot aan de aanslag in hori‐
zontale stand vast.
Bevestig de sleepstang aan het
sleepoog.
Sleepoog alleen gebruiken om de
auto weg te slepen en niet om deze
te bergen.
Contact inschakelen om het stuurslot
op te heffen en remlichten, claxon en
voorruitwisser te kunnen bedienen.
Voorzichtig
Deactiveer de bestuurdersonder‐
steuningssystemen zoals de
actieve noodrem 3 143, omdat de
auto anders automatisch kan
remmen tijdens het slepen.
Zet de keuzehendel in neutraal.
Schakel de parkeerrem uit.
Voorzichtig
Langzaam wegrijden. Schok‐
kende bewegingen vermijden.
Buitensporige trekkrachten
kunnen de auto beschadigen.
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder.
Luchtrecirculatiesysteem inschake‐
len en ruiten sluiten, zodat er geen
uitlaatgassen van de slepende auto
kunnen binnendringen.
Verzorging van de auto
Vervoer bij het slepen van een elek‐
trische auto of een auto met een auto‐
matische versnellingsbak de auto op
een platform of sleep deze met de
voorwielen opgetild.
Roep de hulp in van een werkplaats.
Na het slepen verwijdert u het sleep‐
oog.
Steek de kap met de flens in de
uitsparing en druk de kap vast.
227