130
Rijden en bediening
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelampje b 3 73.
Uitschakelen
Het Traction Control-systeem kan
worden uitgeschakeld op het Info-
Display.
Info-Display 3 79.
Het uitschakelen wordt bevestigd
door een bericht op het Driver Infor‐
mation Center.
De elektronische stabiliteitsregeling
en het Traction Control-systeem
worden elke keer dat het contact
wordt ingeschakeld of bij een snel‐
heid van meer dan 50 km/u weer
geactiveerd. Weer activeren is ook
mogelijk via het Info-Display.
K dooft wanneer de elektronische
stabiliteitsregeling en het Traction
Control-systeem weer worden geac‐
tiveerd.
Storing
Bij een storing in het systeem licht het
controlelampje J ononderbroken op,
verschijnt er een bericht in het Driver
Information Center en klinkt er een
geluidssignaal. Het systeem is buiten
werking.
Laat de oorzaak van de storing
onmiddellijk in een werkplaats verhel‐
pen.
Sportmodus
De Sport-modus past de instellingen
van sommige autosystemen aan voor
een sportievere rijstijl:
● De motor reageert sneller op
wijzigingen van het gaspedaal.
● De stuurbekrachtiging werkt
sportiever.
Activering
Druk bij een draaiende motor op
SPORT.
De led in de knop brandt wanneer de
Sport-modus actief is.