Radareenheid
De radarmodule zit in het midden van
de voorbumper.
9 Waarschuwing
De radareenheid is tijdens de
productie zorgvuldig uitgelijnd.
Gebruik het systeem daarom niet
na een frontale botsing. De voor‐
bumper kan intact lijken, maar de
sensor die erachter ligt, kan
verschoven zijn en verkeerd
reageren. Bezoek na een ongeluk
een werkplaats om de stand van
de radarmodule te controleren en
te corrigeren.
9 Waarschuwing
Gebruik geen kentekenplaatsteun
op de voorbumper, zodat de
radarmodule goed kan werken.
Storing
Bij een storing in de adaptieve crui‐
secontrol wordt u gewaarschuwd
door het oplichten van een waarschu‐
wingslampje en een bericht op het
instrumentenpaneel en er klinkt een
geluidssignaal.
De adaptieve cruisecontrol werkt
mogelijk niet goed, als de verkeers‐
borden niet voldoen aan het Verdrag
van Wenen inzake verkeersborden
en verkeerstekens.
Laat het systeem nakijken door een
dealer of een erkende werkplaats.
Rijden en bediening
Gebruik het systeem om veiligheids‐
redenen niet als de remlichten defect
zijn. Gebruik het systeem niet als de
voorbumper beschadigd is.
Actieve noodrem
De actieve noodrem kan helpen om
de schade en letsel door aanrijdingen
met voorliggers of voetgangers te
beperken, wanneer de bestuurder
niet actief handelt door zelf te
remmen of uit te wijken. Voordat de
actieve noodrem activeert, geeft de
frontaanrijdingswaarschuwing een
waarschuwing.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 146.
Voetgangersbescherming vóór
3 148.
U kunt de actieve noodrem deactive‐
ren in de persoonlijke instellingen
3 82. Bij deactivering gaat m bran‐
den op de instrumentengroep en er
verschijnt een waarschuwingsbericht
in het Driver Information Center. Bij
de volgende keer inschakelen van het
contact wordt het systeem geacti‐
veerd.
143