122
Rijden en bediening
Aanduiding versnelling
Het symbool Y of Z met een cijfer
ernaast verschijnt wanneer schake‐
len omwille van het brandstofverbruik
wordt geadviseerd.
Aanduiding om te schakelen
verschijnt alleen in de handgescha‐
kelde modus.
Elektronische
rijprogramma's
Het bedrijfstemperatuurprogramma
brengt de katalysator na een koude
start snel op temperatuur door het
motortoerental te verhogen.
Speciale programma's passen bij
klimmen en dalen de schakelmomen‐
ten automatisch aan.
Bij sneeuw of ijs of een ander glad
oppervlak, kan de bestuurder hand‐
matig de eerste, tweede of derde
versnelling van de elektronische
transmissieregeling kiezen alvorens
weg te trekken.
Kickdown
Bij intrappen van het gaspedaal voor‐
bij het kick-downpunt accelereert de
auto ongeacht de geselecteerde
rijmodus maximaal. De versnellings‐
bak schakelt afhankelijk van het
motortoerental naar een lagere
versnelling.
Storing
Bij een storing licht C op en
verschijnt er een bericht op het Driver
Information Center.
Boordinformatie 3 81.
De elektronische versnellingsbakre‐
geling staat alleen de derde versnel‐
ling toe. De versnellingsbak schakelt
niet langer automatisch.
Niet sneller rijden dan 100 km/h.
Laat de oorzaak van de storing
onmiddellijk in een werkplaats verhel‐
pen.
Stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking kan de
keuzehendel niet uit stand P worden
gehaald.
Auto slepen 3 226.
Bij een lege accu hulpstartkabels
gebruiken 3 225.
Roep als de accu niet de oorzaak van
de storing is de hulp van een werk‐
plaats in.