56
Instrumenten en bedieningsorganen
Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐
len.
Stuurbedieningsknoppen
U kunt bepaalde bestuurdersonder‐
steuningssystemen, het Infotain‐
mentsysteem en een aangesloten
mobiele telefoon bedienen met de
knoppen op het stuurwiel.
Meer informatie staat in de handlei‐
ding van het infotainmentsysteem.
Bestuurdersondersteuningssyste‐
men 3 131.
Verwarmd stuurwiel
Druk op Z om verwarming te active‐
ren. De activering wordt aangeduid
door de LED in de toets.
Stop/Start-systeem 3 109.