82
Instrumenten en bedieningsorganen
● een geprogrammeerde snelheid
of maximumsnelheid wordt over‐
schreden
● er verschijnt een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Infor‐
mation Center
● de elektronische sleutel bevindt
zich niet in het interieur
● de parkeerhulp detecteert een
obstakel
● de auto wisselt onbedoeld van
rijstrook
● handen van het stuur wordt
herkend
● het uitlaatfilter bereikt de maxi‐
male verzadigingsgraad
Als er diverse waarschuwingen tege‐
lijkertijd verschijnen, klinkt er slechts
één waarschuwingssignaal
Bij het parkeren van de auto en /
of het openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde rijverlichting.
Tijdens een Autostop
● Als het bestuurdersportier
geopend is.
● Als niet voldaan is aan een van
de voorwaarden voor het herstar‐
ten van de motor.
Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto naar
wens afstemmen door de instellingen
in het Info-Display aan te passen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies eventueel niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen
weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Radio (Infotainment-systeem)