22
Sleutels, portieren en ruiten
Kinderbeveiliging voor
achterportierruiten
Druk g in om de achterste elektri‐
sche portierruiten te deactiveren; het
led-lampje licht op. Druk voor het acti‐
veren nogmaals op g.
Afhankelijk van de versie ook bedie‐
ning van elektrische kindersloten
3 14.
Ruiten van de buitenzijde sluiten
De ruiten zijn met de handzender van
de buitenzijde te sluiten.
Houd b ingedrukt om de ruiten te slui‐
ten.
Laat de knop los om de ruit te stop‐
pen.
Als de ruiten volledig gesloten zijn,
lichten de alarmknipperlichten twee‐
maal op.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruiten niet automatisch kunt
sluiten (bijv. na het loskoppelen van
de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 81.
Activeer de ruitelektronica als volgt:
1. Portieren sluiten.
2. Schakel de ontsteking in.
3. Trek aan de schakelaar totdat de
ruit helemaal geopend is en blijf er
nog 2 seconden aan trekken.
4. Duw tegen de schakelaar totdat
de ruit helemaal gesloten is en blijf
er nog 2 seconden tegen duwen.
5. Deze handeling uitvoeren voor
alle ruiten.
Achterruitverwarming
Samen met de buitenspiegelverwar‐
ming in te schakelen door het indruk‐
ken van f.
De verwarming wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.