Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van de klimaat‐
regeling aanpassen door de volgende
functies te activeren:
Luchtdebiet E
Pas de opbrengst aan door de draai‐
ring naar de gewenste snelheid te
draaien. Draai de knop linksom om de
opbrengst te verlagen of rechtsom
om de opbrengst te verhogen. De
ventilatorsnelheid is ook aan te
passen in het menu Klimaatinstellin‐
gen. Druk op MENU om naar het
menu te gaan.
Draai de draairing zo ver mogelijk
linksom: de ventilator en de koeling
worden uitgeschakeld.
Om de automatische modus opnieuw
in te schakelen: AUTO indrukken.
Luchtverdeling w, x, y
Druk op MENU om naar het menu te
gaan.
Klimaatregeling
Aanraken op het Info-Display:
w : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
x : naar hoofdzone en zitplaatsen
achterin via verstelbare lucht‐
roosters
y : naar voetenruimte voor en
achter en voorruit
Druk om de automatische luchtverde‐
ling opnieuw in te schakelen op
AUTO.
Temperatuur selecteren :
Stel de voorkeurstemperatuur in op
de gewenste waarde met behulp van
de linker- en rechterdraairing.
De aanbevolen temperatuur is 22 °C.
De temperatuur verschijnt op het
display en in het menu Klimaatinstel‐
lingen.
99