Timercyclus (Relais 2)
Stel de volgende parameters in voor de functie
"Relais 2 > Timercyclus":
•
Aan (t
)
1
•
Startvertraging (t
)
2
•
Cyclustijd (t
).
3
t
1
t
2
t
3
Afb. 41 Diagram
Weektimer (Relais 2)
Deze functie bewaart maximaal 16 inschakelmomen-
ten van het relais gedurende een week. De volgende
instellingen kunnen worden gemaakt voor elke han-
deling die een relais laat schakelen in het menu
"Relais 2 > Weektimer":
•
Procedure (Nr.)
•
Inschakeltijd (duur)
•
Starttijd
•
Weekdagen.
6.17.2 Externe vrijgave
De pomp kan worden uitgeschakeld via een
extern contact, bijv. vanuit een controlekamer. Bij het
activeren van het externe uitschakelsignaal schakelt
de pomp over naar de bedrijfstoestand "Standby".
Het corresponderende symbool verschijnt in het
"Signaal/fout display" gebied van het display.
Veelvuldig loskoppelen van de netspan-
ning, bijv. via een relais, kan leiden tot
beschadiging van de pompelektronica en
tot het defect raken van de pomp. De
doseernauwkeurigheid neemt eveneens af
als gevolg van interne inschakelprocedu-
res.
Schakel de pomp niet in en uit via de net-
spanning voor doseerdoeleinden!
Gebruik uitsluitend de functie "Externe vrij-
gave" voor het in- en uitschakelen van de
pomp!
Het contacttype wordt in de fabriek ingesteld op Nor-
mally Open-contact (NO). In het menu "Instellingen >
Ingangen/Uitgangen > Externe vrijgave" kan de
instelling worden gewijzigd in Normally Closed-con-
tact (NC).
t
1
6.17.3 Leegmelding en Voorleegmelding
signalen
Om het vulniveau in de tank te bewaken kan een
sensor met twee niveaus op de pomp worden aange-
sloten. De pomp reageert als volgt op de signalen:
Sensorsignaal
Pompstatus
• Display is geel
Voorleegmelding
•
• Pomp blijft draaien
• Display is rood
Leegmelding
•
• Pomp schakelt uit
Als de tank weer gevuld is, dan schakelt
de pomp weer automatisch in.
Beide signaalingangen worden in de fabriek toege-
kend aan het Normally Open-contact (NO). Ze kun-
nen opnieuw worden toegekend in het menu "Instel-
lingen > Ingangen/Uitgangen" aan Normallly
Closed-contact (NC).
6.18 Basisinstel.
Alle instellingen kunnen worden gereset naar de
standaardinstellingen (zoals bij aflevering) in het
menu "Instellingen > Basisinstel.".
Het kiezen van "Eigen instellingen bewaren" slaat de
huidige configuratie op in het geheugen. Deze instel-
lingen kunnen worden geactiveerd via "Eigen instel-
lingen laden".
Het geheugen bevat altijd de eerder opgeslagen
configuratie. Oudere geheugendata worden over-
schreven.
Knippert
Knippert
37