6.5 Analoge uit
Analoge uit
Uitgang = Ingang
Actuele capaciteit
Tegendruk
Busbesturing
Afb. 34 Analoge uitgang configureren
De parameters van de analoge uitgang van de pomp
worden ingesteld in het menu "Instellingen > Ana-
loge uit". De volgende instellingen zijn mogelijk:
Omschrijving van uit-
Instelling
gangssignaal
Analoge terugmelding
(niet voor master-slave
Uitgang =
toepassing). Het signaal
Ingang
van de analoge ingang
wordt 1:1 aan de analoge
uitgang gekoppeld.
Huidig actueel debiet
• 0/4 mA = 0 %
Actuele
capaci-
• 20 mA = 100 %
teit**
zie paragraaf
6.9 Debietmeting
Tegendruk, gemeten in de
doseerkop
• 0/4 mA = 0 bar
Tegendruk
• 20 mA = Max. werk-
druk
zie paragraaf
6.8 Drukbewaking
Ingeschakeld door
Busbestu-
opdracht in busbesturing,
ring
zie paragraaf
6.16 Buscommunicatie
*
Uitgangssignaal is gebaseerd op motortoerental
en pompstatus (beoogde capaciteit).
** Signaal heeft dezelfd analoge schaling als het
huidige analoge ingangssignaal. Zie
6.4.3 Analoog 0/4-20
Bedradingschema zie paragraaf
sluiting.
In alle bedrijfsmodi heeft de analoge uit-
gang een bereik van 4-20 mA. Uitzonde-
ring: Bedrijfsmodus 0-20 mA. Hier is het
bereik van de analoge uitgang 0-20 mA.
❑
❑
❑
Uitvoe-
ring
X
X
X
X*
X
X
X
mA.
4.3 Elektrische aan-
6.6 SlowMode
Wanneer de functie "SlowMode" is ingescha-
keld, dan vertraagt de pomp de zuigslag. De functie
wordt ingeschakeld in het menu "Instellingen > Slow-
Mode" en wordt gebruikt ter voorkoming van cavitatie
in de volgende gevallen:
•
voor het dosering van media met een hoge visco-
siteit
•
voor het doseren van ontgassende media
•
voor lange zuigleidingen
•
voor grote zuighoogte.
In het menu "Instellingen > SlowMode" kan de snel-
heid van de zuigslag worden gereduceerd tot 50 %
of 25 %.
Het inschakelen van de functie "Slow-
Mode" verlaagt de maximale doseercapa-
citeit van de pomp tot het ingestelde per-
centage!
SlowMode
Uit
SlowMode (50% max.)
SlowMode (25% max.)
Afb. 35 SlowMode menu
❑
❑
29