4.1.4 De regelaar positioneren
De regelaar bevindt zich bij aflevering aan de voor-
zijde van de pomp. Deze kan 90 ° gedraaid worden
zodat de gebruiker kan kiezen om de pomp vanaf
rechts of links te bedienen.
Installeer de regelaar op correcte wijze om
de beschermingsklasse (IP65 / Nema 4X)
en schokbescherming te waarborgen.
1. Schakel de voedingsspanning uit.
2. Verwijder voorzichtig beide beschermingskap-
pen van de regelaar met een dunne schroeven-
draaier.
3. Draai de bouten los.
4. Til de regelaar voorzichtig op en plaats deze
slechts zo ver van de pompbehuizing dat de
platte kabel geen trekspanning ondervindt.
– Controleer of geen vloeistof de behuizing bin-
nendringt.
5. Draai de regelaar 90 ° en plaats deze terug.
– Zorg dat de O-ring correct is aangebracht.
6. Duw de regelaar naar beneden en draai de
schroeven vast met een momentsleutel.
– Draaimoment [Nm]: 1,3 (± 0,2)
7. Breng de beschermingskappen aan. Let hierbij
op de juiste richting.
Afb. 7
Regelaar positioneren
4.2 Hydraulische aansluiting
WAARSCHUWING
Chemisch gevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Raadpleeg het veiligheidsinformatieblad
van het doseermedium.
- Draag beschermende kleding (hand-
schoenen en bril) bij werkzaamheden
aan de doseerkop, aansluitingen of lei-
dingen.
De doseerkop kan water bevatten van de fabrieks-
test. Bij het doseren van media die niet in aanraking
mogen komen met water, moet van tevoren een
ander medium worden gedoseerd.
Storingsvrije werking kan alleen worden gegaran-
deerd met leidingen die door Grundfos worden gele-
verd.
De gebruikte leidingen moeten voldoen aan de druk-
klasse en grenswaarden zoals beschreven in para-
graaf
3.1 Technische
specificaties.
Belangrijke informatie bij het installeren
•
Houd rekening met zuighoogte en leidingdiame-
ter, zie paragraaf
3.1 Technische
•
Snijd slangen en leidingen onder een rechte hoek
af.
•
Zorg dat er geen lussen of knikken in de leidin-
gen zitten.
•
Houd de zuigleiding zo kort mogelijk.
•
Leg de zuigleiding in opwaartse richting naar het
zuigventiel.
•
Het installeren van een filter in de zuigleiding
beschermt de gehele installatie tegen vuil, en
vermindert het risico op lekkage.
•
Installeer een overdrukventiel in de persleiding
als bescherming tegen ontoelaatbaar hoge druk-
ken.
•
Wij adviseren de installatie van een pulsatiedem-
per na de pomp:
– voor leidinginstallaties.
– voor slanginstallatie waarbij de pomp wordt
bedien met ≥ 75 % van de doseercapaciteit.
•
Alleen bij besturingsvariant DDA-FCM:
Voor te doseren hoeveelheden < 1 l/h adviseren
we om een extra veerbelast ventiel (ongeveer 2
bar) te plaatsen aan de perszijde om op een vei-
lige manier het noodzakelijke drukverschil tot
stand te brengen.
Drukverschil tussen zuig- en perszijde
moet ten minste 1 bar/14,5 psi zijn.
Bij besturingsvariant FCM en bij pompen
met membraanbreukdetectie moet het
drukverschil tussen zuig- en perszijde ten
minste 2 bar / 29 psi bedragen.
specificaties.
13