Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Grundfos SMART Digital XL-DDA Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 30

Inhoudsopgave

Advertenties

6.7 FlowControl
Geldt voor DDA-FCM besturingsuitvoering.
Deze functie wordt gebruikt om het doseerproces te
bewaken. Hoewel de pomp draait kunnen diverse
invloeden, bijv. luchtbellen, zorgen voor een lagere
capaciteit of zelfs het doseerproces laten stoppen.
Voor een optimale procesveiligheid zorgt de inge-
schakelde functie "FlowControl" voor een directe
detectie en aanduiding van de volgende fouten en
afwijkingen:
Overdruk
Beschadigde persleiding
Lucht in de doseerkamer
Cavitatie
Lekkend zuigventiel > 70 %
Lekkend persventiel > 70 %.
Het optreden van een storing wordt aangegeven met
een knipperend 'oog'-symbool. De storingen worden
weergegeven in het menu "Alarm". Zie paragraaf
8.
Storingen.
Druk
Doseerslag zonder fouten
1
Afb. 36 Indicatieschema
1
Compressiefase
2
Persfase
3
Expansiefase
4
Zuigfase
Instelling FlowControl
De functie "FlowControl" wordt ingesteld met de
twee parameters "Gevoeligheid" en "Vertraging" in
het menu "Instellingen > FlowControl".
30
FlowControl werkt met een onderhoudsvrije sensor
in de doseerkop. Tijdens het doseerproces meet de
sensor de huidige druk en zendt de sensor continu
de meetwaarde naar de microprocessor in de pomp.
Een intern indicatieschema wordt gecreëerd uit de
actuele meetwaarden en de actuele positie van het
membraan (slaglengte). Oorzaken voor afwijkingen
kunnen onmiddellijk worden vastgesteld door het
actuele indicatieschema te vergelijken met een bere-
kend optimaal indicatieschema. Luchtbellen in de
doseerkop reduceren bijv. de persfase en derhalve
het slagvolume (zie afb. 36).
Eisen voor een correct indicatieschema zijn:
FlowControl functie is actief
drukverschil tussen zuig- en perszijde is > 2 bar
Geen onderbreking/pauze in persslag
Druksensor en kabel functioneren correct
Geen lekkage > 50 % in zuig- of persventiel
Als aan één van deze eisen niet wordt voldaan, dan
kan het indicatieschema niet worden beoordeeld.
2
Doseerslag met fouten:
Luchtbellen in de doseerkop
4
Gevoeligheid
Bij "Gevoeligheid" wordt de afwijking in slagvolume,
die een foutmelding tot gevolg heeft, in procenten
ingesteld.
Gevoeligheid
laag
gemiddeld
hoog
3
Slaglengte
Afwijking
ongeveer 70 %
ongeveer 50 %
ongeveer 30 %

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave