13 Storingen en fouten
13.1 Bedieningsfouten
Storing
Onvolledig wasproces
Geen pelletvorming
op de bodem van de
buisjes
Geen of te kleine
pellet
Vloeistof wordt niet
gedecanteerd
Bij een vulvolumeverschil boven een tolerantie van 15 % in vergelijking met de instelling moet de
vulopening van de rotor worden gecontroleerd en moet deze eventueel worden gereinigd of vervangen.
Hettich AG, Seestrasse 204a, 8806 Baech, Zwitserland
Oorzaak
•
Er wordt een 24-voudige rotor
gebruikt, hoewel als rotortype
een 12-voudige rotor is
ingesteld.
•
Vulvolume te laag ingesteld.
•
Injectiemondstukken verstopt.
•
Toerental tijdens het
centrifugeerproces voor
agglutinatietest is te laag.
•
De buisjeshouders blijven in de
decanteerpositie hangen.
•
Ontoelaatbaar buisjestype
•
Er wordt een 12-voudige rotor
gebruikt, hoewel als rotortype
een 24-voudige rotor is
ingesteld.
•
Vulvolume te hoog ingesteld.
•
Ontoelaatbaar buisjestype
•
Rotormechanisme is defect
•
Het toerental is tijdens het
decanteerproces (DECANT) te
laag.
Oplossing
•
In de systeeminstellingen de
rotorparameters controleren.
•
Het in het gebruikte programma
voor het FILL-proces ingestelde
volume (ml) en het toerental
controleren.
•
Injectiemondstukken reinigen.
•
Het centrifugeerproces van het
gebruikte programma
controleren.
•
Rotor op werking controleren.
•
Controleren of het gebruikte
buisje overeenstemt met het
programma
•
Rotorparameter in het
programma controleren
•
In het programma de parameters
voor de zoutoplossing (ml)
controleren
•
Controleren of het gebruikte
buisje overeenstemt met het
programma.
•
Rotor op werking controleren
•
Het centrifugeerproces van het
gebruikte programma
controleren.
Operator Manual_Rotolavit II_nl_rev2.5
Pagina 49