6 Uitpakken van de centrifuge
Als de verpakking beschadigd aankomt, moet dit door het transportbedrijf worden bevestigd en moet
het apparaat extra worden gecontroleerd.
Om beschadigingen te voorkomen, mag het apparaat pas op de opstellingsplaats worden uitgepakt.
De levering moet aan de hand van de leveringsbon worden gecontroleerd op volledigheid. Het apparaat
moet worden gecontroleerd op beschadiging.
Niet optillen aan het frontpaneel. Het gewicht van de centrifuge in acht nemen, zie hoofdstuk 5
(Technische gegevens). Gevaar voor snijwonden aan de kartonranden bij het uitpakken van het
apparaat!
De centrifuge moet met het noodzakelijke aantal helpers aan beide zijden worden opgetild en uit het
karton worden genomen.
Overeenkomstig de norm voor laboratoriumapparatuur EN / IEC 61010-2-020 moet de elektrische
installatie van het gebouw uitgerust zijn met een noodstopschakelaar, om in geval van storing de
stroomvoorziening te kunnen onderbreken. Deze noodstopschakelaar moet op afstand van de
centrifuge geïnstalleerd zijn, bij voorkeur buiten de bedrijfsruimte van de centrifuge of dicht bij de uitgang.
Voordat de centrifuge wordt aangesloten op de stroomvoorziening of het deksel met behulp van de
noodopening wordt geopend, moet de centrifuge voorzichtig op de zijkant worden gelegd zodat de drie
transportbeveiligingsschroeven aan de onderkant van de centrifuge met behulp van de meegeleverde
haakse 6-kant-stiftsleutel kunnen worden verwijderd. Daarna moet de centrifuge voorzichtig terug op
de voeten worden gezet, de stroomvoorziening correct worden aangesloten, de centrifuge worden
ingeschakeld en het deksel worden geopend, zodat de transportbeveiliging van de meegeleverde rotor
of de extra transportbeveiliging bij levering zonder rotor kan worden verwijderd.
De centrifuge moet op een geschikte plek stabiel worden opgesteld en genivelleerd. Bij de opstelling
moet rond de centrifuge de in EN / IEC 61010-2-020.1 vereiste veiligheidszone van 300 mm worden
vrijgehouden. Tijdens de werking van de centrifuge mogen overeenkomstig EN / IEC 61010-2-020
binnen een veiligheidszone van 300 mm rond de centrifuge geen personen, gevaarlijke stoffen of
objecten aanwezig zijn.
Bij afwijkende informatie op de leveringsbon, beschadigingen of onregelmatigheden mag het apparaat niet worden
ingeschakeld, maar moeten eerst het transportbedrijf en de distributeur worden geïnformeerd.
Zo mogelijk moeten het transportmateriaal en de transportbeveiliging op een veilige en droge plek worden
bewaard.
6.1 Opslag na levering
Bij een noodzakelijke opslag na levering van het apparaat moet de verpakking worden gecontroleerd op
uitwendige beschadiging en moeten eventueel het transportbedrijf en de distributeur worden geïnformeerd. Zie
hoofdstuk 5 (Technische gegevens) voor de opslagcondities.
6.2 Installatie na opslag
Als de opslagcondities niet overeenstemden met de condities die zijn vastgelegd voor de bedrijfsomgeving, dan
moet het verder niet aangesloten apparaat eerst 24 uur lang acclimatiseren in de nieuwe omgeving.
Hettich AG, Seestrasse 204a, 8806 Baech, Zwitserland
Operator Manual_Rotolavit II_nl_rev2.5
Pagina 15