7.3 Eerste stappen
Voor het begin van de installatie moeten de veiligheidsinstructies volgens hoofdstuk 3 worden gelezen.
Plaats de voedingseenheid in de houder die zich op de achterkant bevindt (zie afb. 7.1, pos. 2) en steek de stekker
in de gelijkspanningsaansluiting (afb. 7.1, pos. 5). Verbind de meegeleverde netkabel met de voedingseenheid en
sluit deze vervolgens aan op het stopcontact.
Voor alle elektrische aansluitingen moeten de voorschriften van het desbetreffende land in
acht worden genomen (in Duitsland moet bijv. een aardlekschakelaar worden voorzien). Bij
het aansluiten moeten de aansluit- en vermogensgegevens in acht worden genomen die zijn
aangegeven op de apparaatsticker en in de technische gegevens. De elektrische aansluiting
moet via een aardgeleider (PE) geaard zijn.
De netkabel moet zodanig worden geïnstalleerd dat
•
deze altijd toegankelijk en binnen bereik is om hem bij een storing los te koppelen
van het net
•
niemand erover kan struikelen
•
deze niet in contact komt met oplossingen (water, zoutoplossingen enz.),
mechanische componenten (schudmachines, mengapparaten) of hete componenten
(ovens of branders)
De vulslang moet worden aangesloten op de toevoer 1 (afb. 7.1, pos. 7) aan de achterkant
en het andere slanguiteinde met de aanzuigbuis moet worden ondergedompeld in het
reservoir met de zoutoplossing.
Bij een te korte vulslang of wanneer het reservoir met de oplossing niet dichterbij kan worden
gezet en dus (bij de lokale distributeur) een langere vulslang moet worden gekocht, moeten
de spoel- en navulprogramma's worden gecontroleerd op correcte werking.
Als het apparaat over de optionele toevoer 2 beschikt, dan moet de aansluiting van
vulslangslang 2 worden aangesloten op de toevoer aan de achterkant 2 (afb. 7.1, pos. 8) en
moet het andere slanguiteinde met de aanzuigbuis worden ondergedompeld in het reservoir
met de fluïdeoplossing 2.
Zorg dat de slanguiteinden en de reservoirs niet kunnen worden verwisseld, aangezien
anders alle monstermaterialen worden vernield!
De aansluiting van de afvoerslang moet worden aangesloten op de afvoer aan de achterkant
(afb. 7.1, pos. 9) en het andere slanguiteinde moet worden aangebracht in het reservoir voor
gevaarlijk afval.
Zorg dat de afvoerslang vlak op het opstellingsoppervlak ligt en niet zoals weergegeven op
afb. 7.3. Het apparaat wordt zo beschadigd.
Het apparaat moet voor het eerste gebruik worden gereinigd en gedesinfecteerd.
Hettich AG, Seestrasse 204a, 8806 Baech, Zwitserland
Operator Manual_Rotolavit II_nl_rev2.5
Pagina 19