3.4
Uitvoeropties programma
Iedere programmarun kan gepland worden zodat deze op een geschikt tijdstip wordt afgerond. Het is ook
mogelijk het programma aan te passen zodat het bij de tweede of latere stap start, en om de stapduur te
veranderen. Zie:
3.4.1 Programma's plannen
3.4.2 De beginstap voor een enkele run veranderen
3.4.3 De staptijd voor een enkele run veranderen
3.4.1 Programma's plannen
In het dialoogvenster Planning maken kan een programmarun worden gepland. Het dialoogvenster opent
nadat u het programma hebt geladen, op Uitvoeren hebt getikt en alle waarschuwingen hebt verwijderd.
Het dialoogvenster Planning maken geeft toegang tot het dialoogvenster Runstappen bewerken waar u
sommige programmafuncties kunt bewerken voor de run (zie 3.4.2 De beginstap voor een enkele run
veranderen).
Vereiste eindtijd:
de eindtijd die u voor het
programma hebt ingesteld
de run zo spoedig mogelijk
Verwachte eindtijd:
de door het systeem
berekende eindtijd op basis
van de planning
de programmarun starten
Iedere retort heeft een standaardinstelling voor planning. Het dialoogvenster Planning maken wordt altijd
geopend met de standaardinstelling van de retort. U kunt de standaardwaarde accepteren of de instelling voor
de run veranderen: er zijn opties om een andere eindtijd in te stellen of het programma zo spoedig mogelijk uit
te voeren (de optie ZSM). U kunt ook de standaardretortinstellingen veranderen in het dialoogvenster Planning
maken.
HistoCore PELORIS 3 Gebruikershandleiding Rev A06
Figuur 3.7: Het dialoogvenster Planning maken
ZSM:
starten
Start:
© Leica Biosystems Melbourne 2020
Programma's uitvoeren
Stappen bewerken:
Het programma bewerken
zie
(
3.4.2 De beginstap voor
een enkele run veranderen)
–/+ Dag:
de huidige eindtijd behouden
maar de dag veranderen
Eindtijd bewerken:
de eindtijd van de run
veranderen of een nieuwe
standaardeindtijd voor de
retort instellen
Gebruikers-ID:
voeg uw gebruikers-ID toe om
de knop Start in te schakelen
61