Hardware
Vloeistofniveausensoren (Liquid Level Sensors, LLS)
Figuur 2.6: Vloeistofniveausensoren voor het detecteren van overlopen (1),
het vulniveau voor drie manden (3) en het vulniveau voor twee manden (2)
Elke retort heeft drie vloeistofniveausensoren om vulniveaus te controleren. De twee onderste sensoren
controleren de niveaus voor twee en drie manden. De bovenste sensor wordt geactiveerd als meer dan het
maximale volume vloeistof (5,3 liter) de retort binnengaat. Dit is een veiligheidsfunctie.
De sensoren kunnen zo nu en dan beïnvloed worden door een opbouw van condensatie of afgezet materiaal. Als
dit gebeurt, zal de software aangeven welke sensor dient te worden afgeveegd. Zorg er altijd voor dat bij het
regelmatig reinigen van de retorten ook de sensoren worden gereinigd (zie Retorten en vloeistofniveausensoren
reinigen in 7.3.1 Dagelijkse taken).
2.2.3 Magnetische roerder
Elke retort beschikt over een magnetische roerder die het reagens of de wax doorroert om voor een consistente
temperatuur en goede weefselpenetratie te zorgen. De roerder wordt aangedreven door een magnetisch
gekoppelde externe motor. De roerdersnelheid kan voor elke programmastap geregeld worden, en de roerder
kan eenvoudig worden verwijderd om te reinigen (zie Retorten en vloeistofniveausensoren reinigen in 7.3.1
Dagelijkse taken).
Figuur 2.7: Magnetische roerder (1)
HistoCore PELORIS 3 Gebruikershandleiding Rev A06
© Leica Biosystems Melbourne 2020
33