11.17 Baktips
Bakresultaat
De onderkant van de
cake is niet voldoende
gebruind.
De cake zakt in en
wordt klef, klonterig,
streperig.
De cake is te droog.
De cake wordt ongelijk‐
matig bruin.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
11.18 Bakken op één ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht
Tulband of brioche
Moskovisch gebak /
vruchtencake
Sponge cake / Cake,
zacht
Sponge cake / Cake,
zacht
Mogelijke oorzaak
De rekstand is incorrect.
De oventemperatuur is te
hoog.
Te korte baktijd.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
De oventemperatuur is te
laag.
Te lange baktijd.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
De oventemperatuur is te
laag.
-functie
Tempera‐
tuur (°C)
Hetelucht
150 - 160
Hetelucht
140 - 160
Hetelucht
140 - 150
Boven- /onder‐
160
warmte
NEDERLANDS
oplossing
Plaats de cake op een lagere rek‐
stand.
De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur
lager in.
Baktijd verlengen. U kunt de bak‐
tijd niet verlagen door een hogere
temperatuur in te stellen.
Minder vocht gebruiken. Let op de
kneedtijden, vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur
hoger in.
De volgende keer dat u een cake
bakt, gebruikt u een kortere bak‐
tijd.
De baktemperatuur lager instellen
en de baktijd verlengen.
Verdeel het deeg gelijkmatig over
de bakplaat.
De volgende keer dat u een cake
bakt, stelt u de baktemperatuur
een beetje hoger in.
Tijd (min)
Rooster‐
hoogte
50 - 70
1
70 - 90
1
35 - 50
1
35 - 50
1
41