ONDERHOUD
3. Draai de stelmoer aan de LINKERZIJDE
riemspanning te verkrijgen.
4. Wanneer de riemspanning juist is, ga dan verder met de
volgende sectie en stel de definitieve riemuitlijning af.
U U I I T T L L I I J J N N I I N N G G A A A A N N D D R R I I J J F F R R I I E E M M
WAARSCHUWING
Een aandrijfriem die niet goed uitgelijnd is, kan lawaai in de
aandrijflijn veroorzaken en de aandrijfriem beschadigen, wat
mogelijk kan leiden tot een defecte riem en verlies van controle
over de motorfiets.
90
om de juiste
1. Draai het wiel ACHTERUIT. Draai de stelmoer
LET OP
Gebruik, om veranderingen in de riemspanning tot een
minimum te beperken, de stelmoer aan de RECHTERZIJDE
alleen voor de laatste afstellingen van de riemuitlijning. Zorg
ervoor dat de as tijdens deze procedure naar voren tegen de
asafstellers zit.
RECHTERZIJDE vast totdat de aandrijfriem loskomt van de
binnenflens van de tandriemschijf bij achterwaartse wielrotatie
en gecentreerd is op de aangedreven poelie zoals met pijltjes
is aangegeven.
aan de