3. Houd de kabel vast, en draai de borgmoer van de stelmoer
stevig aan.
4. Controleer of de veiligheidsschakelaar goed werkt. De motor
mag niet met ingeschakelde versnelling starten als de
koppelingshendel
is losgelaten.
De startblokkeerschakelaar is afhankelijk van de juiste instelling
van de speling van de koppelingshendel, zodat de
koppelingsveiligheidsschakelaar in werking kan treden.
LET OP
S S M M E E R R I I N N G G M M E E C C H H A A N N I I S S C C H H E E K K O O P P P P E E L L I I N N G G S S H H E E N N D D E E L L
1. Verwijder de moer
en schroef
koppelingshendel. Koppel de koppelingskabel
koppelingshendel.
2. Verwijder oud vet en vuil van de hendel en de behuizing.
Smeer de koppelingshendel en de scharnierschroef met
molymontagevet of met universeel vet.
3. Koppel de koppelingskabel weer aan. Houd de schroef
ingedrukt en draai de moer vast.
AANHAALMOMENT
ONDERHOUD
van het draaipunt van de
los van de
10,8 N·m
101