VEILIGHEID
• Pas uw rijstijl aan om de verschillen in rijgedrag, acceleratie en
remgedrag als gevolg van het extra gewicht van de passagier te
compenseren. Als dit wordt nagelaten kan dat leiden tot verlies
van controle.
• Voor rijcomfort en om een goede bodemvrijheid te
waarborgen, dient u de voorspanning van de
achterschokdemper af te stellen.
L L A A D D I I N N G G V V E E R R V V O O E E R R E E N N
Volg de onderstaande richtlijnen bij het bevestigen van lading of
accessoires aan de motorfiets. Indien van toepassing verwijzen
deze richtlijnen ook naar de inhoud van eventuele accessoires.
• Beperk het gewicht van lading en accessoires tot een minimum
en breng items zo dicht mogelijk bij de motorfiets aan om
wijzigingen in het zwaartepunt van de motorfiets te
minimaliseren. Verandering van het zwaartepunt kan leiden tot
verlies van stabiliteit en hanteerbaarheid en kan verlies van
controle over de motorfiets veroorzaken.
• Overschrijd het BRUTO VOERTUIGGEWICHT (GVWR) of het
BRUTO ASGEWICHT (GAWR) voor uw motorfiets niet.
• Verdeel het gewicht gelijkmatig over beide zijden van de
motorfiets. Handhaaf een gelijkmatige gewichtsverdeling door
vóór het rijden en tijdens elke pauze accessoires en lading te
controleren om te zien of ze stevig aan de motorfiets zijn
bevestigd. Ongelijkmatige gewichtsverdeling of plotselinge
verschuiving van accessoires of lading tijdens het rijden kan de
hanteerbaarheid bemoeilijken, verlies van controle over de
motorfiets veroorzaken en gevaar opleveren voor andere
weggebruikers (indien de lading van de motorfiets valt).
16
• Voor rijcomfort en om een goede bodemvrijheid te
waarborgen, dient u de voorspanning van de
achterschokdemper af te stellen. Raadpleeg het hoofdstuk
Voorspanning achterschokdemper (rijhoogte) inspectie voor
details.
• Bevestig geen grote of zware lading zoals slaapzakken,
plunjezakken of tenten aan het stuur, nabij de voorvork of het
voorspatbord. Lading of accessoires die in deze zones worden
geplaatst, kunnen instabiliteit veroorzaken (als gevolg van een
onjuiste gewichtsverdeling of aerodynamische veranderingen)
en kunnen verlies van controle over de motorfiets veroorzaken.
• Overschrijd de maximale ladinggewichtslimiet van eventuele
optionele accessoires niet (zie de instructies en labels van het
accessoire). Bevestig geen lading aan een accessoire dat daar
niet voor is ontworpen. In beide gevallen kan het accessoire
defect raken, waardoor u de macht over het stuur kunt
verliezen.
• Houd u altijd aan de snelheidslimieten.
• Bevestig niets aan de motorfiets tenzij dit specifiek door INDIAN
MOTORCYCLE voor dat doel is ontworpen.
D D E E M M O O T T O O R R F F I I E E T T S S T T R R A A N N S S P P O O R R T T E E R R E E N N
Als u de motorfiets moet transporteren:
• Gebruik een truck of aanhanger. Sleep de motorfiets niet met
een ander voertuig, omdat slepen het stuur- en rijgedrag van de
motorfiets nadelig beïnvloedt.
• Zet de motorfiets rechtop en zet hem vast.
• Zet de motorfiets niet vast aan het stuur.