FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R S S Y Y M M B B O O L L E E N N
SYMBOOL
SCHAKE-
LAAR
Schakelaar
alarmknip-
perlichten
Schakelaar
grootlicht/
dimlicht
Claxonscha-
kelaar
Richtingaan-
wijzerscha-
kelaar
30
BESCHRIJVING
Met de schakelaar voor de
alarmknipperlichten kunnen de
alarmknipperlichten aan en uit worden
gezet. Zie het hoofdstuk
Schakelaarfuncties voor meer
informatie.
De schakelaar voor grootlicht/dimlicht
schakelt de koplamp tussen grootlicht en
dimlicht. Zie het hoofdstuk
Schakelaarfuncties voor meer
informatie.
Druk op de claxonschakelaar om de
claxon te laten klinken.
Zet de schakelaar naar links om de linker
richtingaanwijzers in te schakelen. Zet de
schakelaar naar rechts om de rechter
richtingaanwijzers in te schakelen. Een
signaal wordt automatisch gedeactiveerd
wanneer de snelheid of afstand een
vooraf bepaald niveau bereikt. Zet de
schakelaar in de middenstand en druk
hem naar binnen om het signaal te
annuleren. Momentane functie: Zet de
richtingaanwijzerschakelaar naar links of
naar rechts en houd hem ten minste één
seconde in die stand vast. De
SYMBOOL
SCHAKE-
LAAR
kortstondige functie wordt geactiveerd en
het signaal wordt geannuleerd wanneer
de schakelaar wordt losgelaten. Als een
gloeilamp uitvalt, knippert de lamp meer
dan twee keer zo snel als normaal.
Druk op de onderkant van de schakelaar
(AAN) om de motor te kunnen starten en
Motor
laten lopen. Druk op de bovenkant van de
aan/uit-
schakelaar (UIT) om de motor te stoppen.
schakelaar
Zie het hoofdstuk Schakelaarfuncties
voor meer informatie.
Gebruik de motor aan/uit-schakelaar om
de motor te starten. De motor
Motor
aan/uit-schakelaar moet in de AAN-stand
aan/uit-
staan. Zie het hoofdstuk
schakelaar
Schakelaarfuncties voor meer
informatie.
BESCHRIJVING