WAARSCHUWING
Verwijder de tankdop altijd langzaam en vul de brandstoftank
langzaam om morsen te voorkomen. Vul de brandstoftank niet te
veel. Laat ruimte vrij in de tank zodat de brandstof kan uitzetten.
1. Steek, om de brandstoftankdop
in het dopslot en draai hem rechtsom. Houd de sleutel in deze
stand terwijl u de kap optilt.
2. Steek het brandstofmondstuk in de vulopening van de
brandstoftank.
te openen, de contactsleutel
3. Houd het mondstuk vast tijdens het vullen. Laat het gewicht van
het mondstuk en de slang niet op de vulopening rusten. Laat
het mondstuk niet onbeheerd achter.
Brandstof kan gelakte oppervlakken en kunststof onderdelen
beschadigen. Indien benzine op enig deel van de motorfiets
wordt gemorst, dient deze direct met water te worden
afgespoeld of met een schone doek te worden drooggewreven.
4. Voeg brandstof toe aan de tank totdat het de ovalen opening
in de vulpijp bereikt. Op dit niveau is de tank vol. Vul de
brandstoftank niet te veel.
BEDIENING
LET OP
59