• Druk de teenhendel naar beneden om naar een lagere
versnelling te schakelen.
• Til de teenhendel omhoog om naar een hogere versnelling te
schakelen.
• Laat de hendel na elke versnellingswissel los.
• Raadpleeg het hoofdstuk Versnellingen schakelen voor
procedures bij het schakelen.
Z Z I I J J S S T T A A N N D D A A A A R R D D
Internationale modellen zijn uitgerust met zijstandaarden die
veiligheidsschakelaars hebben die de bediening van de
motorfiets verhinderen wanneer de zijstandaard is uitgeklapt.
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
WAARSCHUWING
Een niet goed ingeklapte zijstandaard kan de grond raken en
verlies van controle over de motorfiets veroorzaken, met ernstig
letsel of de dood tot gevolg. Klap altijd de zijstandaard volledig
in voordat u de motorfiets gebruikt.
Om de motorfiets te parkeren, trapt u het uiteinde van de
zijstandaard omlaag en weg van de motorfiets tot hij volledig is
uitgeklapt. Draai het stuur altijd naar links voor maximale
stabiliteit. Laat de motorfiets naar links kantelen totdat de
zijstandaard de motorfiets stevig ondersteunt.
Als het gewicht van de motorfiets niet op de zijstandaard rust, zal
deze niet vergrendelen. In deze situatie kan elke beweging van
de motorfiets de zijstandaard lichtjes laten inklappen. Als de
zijstandaard niet in de volledig voorwaartse stand staat wanneer
het gewicht van de motorfiets erop rust, kan de motorfiets
omvallen, wat letsel en schade aan de motorfiets kan
veroorzaken.
Om de zijstandaard in te klappen, stapt u op de motorfiets en zet u
hem helemaal rechtop. Zwenk het uiteinde van de zijstandaard
omhoog en naar de motorfiets tot hij volledig is ingeklapt.
Zie pagina 66 voor parkeerinstructies, met inbegrip van parkeren
op hellingen en zachte oppervlakken.
VOORZICHTIG
43