• Rijd defensief, alsof u onzichtbaar bent voor andere
weggebruikers, zelfs op klaarlichte dag. Het niet zien of
herkennen van een motorfiets door een automobilist is de
belangrijkste oorzaak van ongevallen tussen auto's en
motorfietsen. Rijd op een plaats waar u goed zichtbaar bent voor
andere weggebruikers, en let goed op hun gedrag.
• Wees vooral voorzichtig op kruispunten, want daar is de kans op
een ongeval het grootst.
• Houd uw handen aan het stuur en uw voeten op de voetsteunen
om te voorkomen dat u de macht over het stuur verliest.
• Wees u ervan bewust dat een valbeugel niet ontworpen is om
de rijder tegen verwondingen bij een botsing te beschermen.
• Houd u aan de maximumsnelheid en pas uw snelheid en
rijtechniek aan op basis van de weg-, weers- en
verkeersomstandigheden. Naarmate u sneller rijdt, neemt de
invloed van alle andere omstandigheden toe, wat de stabiliteit
van de motorfiets kan beïnvloeden en de kans op verlies van de
controle over de motorfiets kan vergroten.
• Verplaats of bedien de motorfiets niet met geblokkeerd stuur
(indien gemonteerd), omdat sterk belemmerd stuurgedrag tot
verlies van controle over de motorfiets en een ongeval kan
leiden.
• Verminder snelheid wanneer:
– de weg kuilen heeft of anderszins ruw of ongelijk is.
– er op de weg zand, vuil, grind of andere losse stoffen ligt.
– de weg nat, beijzeld of met olie besmeurd is.
– de weg geverfde oppervlakken, putdeksels, metalen
roosters, spoorwegovergangen of andere gladde
oppervlakken bevat.
– het weer winderig of regenachtig is of anderszins gladheid
of snel veranderende omstandigheden veroorzaakt.
– als het verkeer druk is, vastzit, niet voldoende ruimte tussen
de voertuigen laat of anderszins niet vlot verloopt.
– als u wordt ingehaald of tegemoet wordt gekomen door een
groot voertuig dat in zijn kielzog een windstoot kan
veroorzaken.
• Kies bij het naderen van een bocht een snelheid en een
hellingshoek die u in staat stellen de bocht in uw eigen rijstrook
te nemen zonder te remmen. Te hoge snelheid, een onjuiste
hellingshoek of remmen in een bocht kunnen leiden tot verlies
van controle.
• De grondspeling wordt minder wanneer de motorfiets overhelt.
Zorg ervoor dat de onderdelen het wegdek niet raken wanneer
de motorfiets in een bocht overhelt, aangezien dit verlies van
controle kan veroorzaken.
• Trek geen aanhanger. Het trekken van een aanhanger kan de
motorfiets moeilijk hanteerbaar maken.
VEILIGHEID
11