Flowbewaking
De flowsensor kalibreren
WAARSCHUWING
Brandgevaar
Restdampen van gemakkelijk ontvlambare
desinfectiemiddelen (bijv. alcoholen) en
afzettingen die bij de herbewerking zijn
verwijderd, kunnen ontbranden, wanneer de
flowsensor wordt gebruikt.
– Zorg voor een partikelvrije reiniging en
desinfectie.
– Na de herbewerking, de flowsensor
tenminste 30 minuten ventileren.
– Voordat u de flowsensor plaatst deze op
zichtbare schade en vervuiling, zoals
slijmresten, aerosolresten van
medicamenten en partikels controleren.
– Vervang de flowsensors wanneer deze zijn
beschadigd, vervuild of niet vrij zijn van
partikels.
Informatie over kalibratie
Het gebruikte sensortype moet worden
geselecteerd om de meetprecisie te optimaliseren:
ISO
ISO 15-flowsensor (8411130)
Y
Y-stuk-flowsensor (8410185)
De geldende referentievoorwaarden moeten
worden geselecteerd:
NTPD
Omgevingstemperatuur 20 °C (68 °F),
luchtdruk 1013 mbar (of hPa of
cmH
O), droog gas
2
BTPS
Lichaamstemperatuur 37 °C (98,6 °F),
luchtdruk 1013 mbar (of hPa of cmH
en gemiddelde beademingsdruk
10 mbar (of hPa of cmH
damp verzadigd gas
Gebruiksaanwijzing Babylog 8000 plus SW 5.n
Kalibratie voorbereiden
1 Druk op de Cal. Config.-toets.
2 Druk op de Sensor-toets (A).
3 Selecteer de regel Flow Sensor door op de
4 Selecteer het gebruikte sensortype door op de
5 Selecteer de regel Meting door op de toets
6 Selecteer de referentievoorwaarden door op de
7 Druk op de
O)
2
8 Druk op de
O), met water-
2
A
toets
te drukken.
toets
of
te drukken.
te drukken.
toets
of
te drukken.
-toets.
B
-toets (B).
-Cal
Bewaking
93