Inhoudsopgave
Advertenties
Alarmen
Alarmgrenzen
Automatische alarmgrenzen
De volgende alarmgrenzen worden automatisch
ingesteld en kunnen niet worden gewijzigd door de
gebruiker:
– Beademingsdruk:
– Bovenste alarmgrens voor machinale
beademingen
– Bovenste alarmgrens voor expiratie of
CPAP
– Onderste alarmgrens
– Alarmgrens voor disconnectie
– O
-concentratie:
2
– Bovenste alarmgrens
– Onderste alarmgrens
Informatie over de berekeningen vindt u in
hoofdstuk ''Bewakingsfuncties'' op pagina 137.
Handmatige alarmgrenzen
De volgende alarmgrenzen moeten door de
gebruiker worden ingesteld:
Alarmgrenzen
MV
MV
De alarmvertragingstijd
Alarm Vertrag. vertraagt
de volgende alarmen:
– MV laag
– VT laag
Controleer de instel-
lingen!
Vertragingstijd apnoealarm
Apnoe Tyd
82
Instelbereik
0 tot bovenste alarm-
grens
Onderste alarm-
grens op 15 L/min
0 tot 30 seconden
5 tot 20 seconden
Alarmgrenzen
Ademfrequentie voor hij-
gende ademhaling Bov.
Freq.
LET OP
Risico op lichamelijk letsel bij de patiënt door
onjuiste instellingen
Als er meerdere identieke of soortgelijke
apparaten worden gebruikt in de zorgafdeling,
kunnen de alarmgrenzen van de apparaten
verschillend geconfigureerd worden en daarom
niet geschikt zijn voor de actuele patiënt.
– Controleer de alarmgrenzen en pas deze aan
de actuele patiënt en de vereiste therapie
aan.
– Zorg ervoor dat extreme of gedeactiveerde
alarmgrenzen het alarmsysteem niet onnodig
belasten.
Gebruiksaanwijzing Babylog 8000 plus SW 5.n
Instelbereik
20 tot 200 bpm
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
