Werkingsprincipe
Beschrijving beademingsmodi
Continue positieve ademwegdruk
(CPAP)
Het apparaat houdt de ademwegdruk op het
PEEP-/CPAP-niveau. De patiënt kan altijd
spontaan ademhalen. De ingestelde flow moet
significant hoger ligger dan nodig is voor de
spontane ademhaling van de patiënt om
schommelingen in de ademwegdruk en een
hogere ademinspanning te voorkomen.
156
Intermittent Positive Pressure
Ventilation (beademing met
intermitterende positieve druk) /
Intermittent Mandatory Ventilation
(intermitterende machinale beademing)
(IPPV/IMV)
Machinale beademing met permanente flow
zonder rekening te houden met de spontane
ademhaling. Machinale beademing wordt
toegepast met een frequentie tussen T
Paw
Pinsp
PEEP
TI
Flow
Er wordt geen verschil gemaakt tussen IPPV en
IMV omdat het frequentiebereik T
bereik van instellingen voor IMV (tot 30 s) beslaat.
Het apparaat houdt de ademwegdruk tussen de
machinale ademhalingen op het PEEP-/CPAP-
niveau.
De patiënt kan altijd spontaan ademhalen.
De volgende instellingen bepalen de parameters
van de machinale beademing:
– Flow
bepaalt de stijging
insp
Gebruiksaanwijzing Babylog 8000 plus SW 5.n
en T
.
I
E
Pinsp –
PEEP
t
TE
een groot
E
t